Kakadu Nationaal Park

8 juli 2009 - Kakadu National Park, Australië

Dag 29, maandag 6 juli 2009, Mary River

Na een waardeloze nachtrust door nog vroeger dan ikzelf vertrekkende kamergenoten raap ik al mijn spullen bij elkaar om mij te melden voor de eerste 3-daagse tour in een serie van drie. De groep bestaat uit 16 personen, voornamelijk Fransen en Zwitsers. Qua samenstelling niet helemaal wat ik had gehoopt (bijna allemaal mensen die al samen reizen), maar we maken er maar het beste van.
De eerste stop is bij enorme termietenheuvels, tot wel 5 meter hoog. Prachtige architecturale bouwwerkjes, allemaal zo geconstrueerd met ventilatiekanalen dat de binnentemperatuur stabiel blijft. De termieten eten de cellulose uit voornamelijk het gras.  De heuvels groeien met zo’n 10 cm per jaar en zijn soms dus wel 50 jaar oud. Er zijn vele soorten termieten en één van hen, de ‘magnetische termiet’, bouwt de platte heuvels precies in een noord-zuid richting om optimaal gebruik te maken van de warmte van de zon in de ochtend en het niet te warm te laten worden op het heetst van de dag.
 De volgende korte stop is bij de Buley Rockhole, een klein ‘watergat’ met een watervalletje, waar ik een verlate douche neem. Vervolgens bezoeken we Florence Falls. Een flinke waterval uitmondend in een prachtig meertje, waar ik een paar rondjes in het koude water zwem. Het is wel even wennen aan de drukte op deze plaatsen. Aan de westkust hadden we de watervallen en meertjes  vaak vrijwel voor onszelf, maar hier is het veel toeristischer met al gauw honderd andere mensen. Best jammer, maar ik ontkom er niet aan om daar weer aan te wennen.
Na weer een uurtje of 2 rijden stappen we in een bootje om het dierenleven van de Mary River Wetlands te bekijken. Al snel spotten we een paar flinke zoet- en zoutwaterkrokodillen. Eén saltie is zo’n 4,5 meter lang en dat is van een paar meter afstand – schuw zijn ze absoluut niet – toch best imposant. Bijzondere vogelsoorten (waaronder zeearenden, langbenige jabiru’s en in de verte kraanvogels) doen zich te goed aan het vele voedsel wat hier te vinden is. Op de oever zien we verschillende wallabies rond huppelen. Als de zon bijna onder gaat gaan we weer aan wal voor het laatste stuk rijden naar onze camping. Hier geen swags, maar vooraf opgezette tenten met echte bedden en matrassen. Op zich wel relaxed gezien het grote aantal muggen dat het hier op mijn bloed heeft voorzien.

Dag 30, dinsdag 7 juli 2009, Kakadu Nationaal Park

Een beetje een bijzondere dag vandaag, want we gaan het nationaal park bezoeken waarvan ik bij voorbaat de naam heb geleend voor mijn onlangs opgerichte BV. Kakadu Nationaal Park is met 20.000 vierkante kilometer immens groot, ongeveer even groot als heel Nederland. Het is een flinke rit naar de twee watervallen die voor vandaag op het programma staan. Na 1,5 uur over de grotendeels onverharde weg te hebben gereden doen we nog een uur over de laatste 20 kilometer hobbelig bospad. Dit lijkt niet op een mountainbikeroute, dit is een mountainbikeroute. Helaas is er geen mountainbike voorhanden. De truck past maar net tussen de bomen door en als ik mijn gordel niet om zou hebben had ik door de enorme hobbels flink wat keren mijn hoofd tegen het dak gestoten. Onze gids (een 21-jarige Ozzie outback chick) weet de truck echter zonder problemen op de eindbestemming te krijgen. Petje af.
Het is nog een kort stukje varen en lopen voordat we Twin Falls bereiken. De waterval is prachtig gelegen aan een subliem mooi goudgeel strandje. Helaas mag er niet gezwommen worden omdat er mogelijk krokodillen in het water zitten.
Na weer een stukje 4WD rijden over het bospad bereiken we het begin van de wandelroute naar Jim Jim Falls. Het kost een wandeling van een half uurtje over de rotsen om bij de Beach Pool te komen. Een stukje zwemmen en klauteren verder bereik ik het hoogstgelegen meertje: de Plunge Pool, daar waar volgens de brochure de waterval met klaterend geraas naar beneden dondert. Het bijzondere aan Jim Jim Falls is echter dat er maar 2 maanden per jaar een waterval te zien is, maar in die periode is het gebied onbereikbaar en zit dan vol met krokodillen. De plaatjes uit de brochure met een kolkende stroom water gaan we dus niet zien. Desondanks is het een spectaculaire plek. De donkere wanden rijzen loodrecht omhoog tot zo’n 150 meter hoogte. Het meertje ligt vrijwel de gehele dag in de schaduw van de hoge rotsen en het 40 meter diepe water is behoorlijk koud. Ik spring er toch in en zwem naar de overkant, wat heel wat langer duurt dan ik in eerste instantie had verwacht. Als ik later mensen als kleine poppetjes aan de overkant zie staan heb ik pas enige referentie en besef ik pas hoe groot het hier eigenlijk is. Ondanks dat de waterval niet ‘aan’ staat, is dit een indrukwekkend mooie plek. En zo is er weer een mooie dag voorbij.

Dag 31, woensdag 8 juli 2009, Kakadu Nationaal Park

We staan weer pijnlijk vroeg op om vanaf een uitzichtpunt de zon boven de heuvels van het eeuwenoude leefgebied van de Aboriginals te zien opkomen. Kort daarna bezichtigen we Anbangbang, een lokatie met rock art, oftewel rotstekeningen die gebeurtenissen uit het leven van de Aboriginals weergeven. De tekeningen verbeelden wallabies, vissoorten en bepaalde figuren uit hun verhalen (enigszins vergelijkbaar met onze bijbel). De tekeningen zelf hebben niet heel veel detail, maar het idee dat de Aboriginals hier al zo lang op traditionele wijze hun leven leiden geeft het toch een bijzondere sfeer.
De laatste stop voor we de terugreis naar Darwin aanvaarden is bij Barramundie Creek. Inderdaad, weer een waterval met meertje, maar ze vervelen mij nog steeds niet. Elke plek heeft weer zijn eigen charme en alleen al het feit dat je weer even kunt zwemmen na een lange busrit is een meer dan prettige afwisseling. Aan het einde van de middag ben ik voor de laatste keer terug in Darwin. De teller staat weer zo’n 700 km verder wat de stand op 7.900 km brengt.

Foto’s