Great Barrier Reef

21 juli 2009 - Cairns, Australië

Dag 42-44, zo 19 – di 21 juli 2009, Great Barrier Reef

Het grote duikavontuur in de Coral Sea gaat beginnen. Vlak voor mijn eerste duik ben ik altijd weer een beetje zenuwachtig, maar ik heb er ook zin in om het onderwaterleven van het grootste rif ter wereld eindelijk eens te zien. Na een kort ritje komen we aan in de haven van Cairns waar mijn thuis voor de komende 3 dagen ligt aangemeerd. We worden op de boot ontvangen met warme croissants. Het is volle bak met 32 gasten, maar de boot is ruim genoeg om elkaar niet voor de voeten te hoeven lopen. Als we de haven uitvaren zie je pas hoe mooi Cairns tussen de groene bergen is gelegen. Het is zo’n 3 uur varen naar de eerste duikstek. Er staat best wat wind en we moeten behoorlijk stevige golven trotseren. Met wat frisse lucht en een blik op de horizon vanaf het bovendek en met hulp van een pilletje lukt het mij gelukkig om mijn gevoeligheid voor zeeziekte onder de duim te houden. Het voeren van de vissen laat ik deze keer graag aan anderen over. Als we bij het rif aankomen worden de golven gebroken en schommelt de boot niet meer zo veel.
Tot nu toe ben ik altijd gewend geweest om met een duikgids mee te gaan, maar hier doen ze daar niet aan. Je gaat gewoon met iemand anders (je buddy) het water in, wat op zich ook geen probleem is want daar ben je immers voor getraind. Meteen bij de eerste duik is het prijs en zie ik zowel een zeeschildpad – er zullen er nog veel volgen – als een haai. Verder zie je bijna elke duik onder andere wel een flinke Napoleon vis, Bumphead parrotfish (papegaaivissen, die hebben een snavel waarmee ze aan het koraal knabbelen), diverse kleine roggen, Anemoonvis (Nemo’s) en grote baarzen. De uitbundige velden met harde en zachte koralen in allerlei kleuren leveren prachtige ‘tuinen’ op. Mijn buddy heeft op één duik een onderwaterfotocamera mee waar ik ook van profiteer. De meest bijzondere vis die ik van dichtbij te zien krijg is een Wobbegong haai. Nooit eerder van gehoord en ook niet eerder gezien, maar een indrukwekkende verschijning. Elke dag maken we 3 duiken. Bij mijn negende en laatste duik spot ik nog een flinke haai, die verscholen onder de rotsen zijn middagdutje doet, en een murene (een soort dikke paling) die half uit zijn holletje komt en als afscheid een prachtig fel gekleurde naaktslak. Alle duiken zijn de moeite waard geweest.
De 24 meter lange boot is behoorlijk comfortabel om op te verblijven. De 2-persoons hutten aan boord zijn slechts 1,90 meter groot in het vierkant, maar het enige wat je daar doet is slapen. Meestal zit je buiten of op het binnendek. De franse kokkin tovert heerlijke maaltijden op tafel die er na een vermoeiende duik goed ingaan. Het water is 25 graden en de lucht ook zoiets. Vooral de laatste dag krijgen we nog behoorlijk wat zon. Aan alle leuke dingen komt echter een eind, dus na 3 mooie dagen zet ik met mijn zeebenen weer voet aan wal. Terug in mijn favoriete hostel in het levendige Cairns.
’s Avonds hebben we een afscheidsdiner, waarbij ik nog één keer een paar vissen zie, maar dan gebakken op mijn bord. Later op de avond gaan we naar de beruchte Woolshed bar waar het elke dag weekend is. Naarmate de avond vordert wordt de stemming beter en het beeld waziger. De duikinstructeurs die ook mee zijn maken de vooroordelen (á la skileraar) waar: de vrouwelijke helft van de groep krijgt alle aandacht en sommigen zijn daar gevoelig voor, ondanks dat diverse andere vrouwen van vorige duiktrips de instructeurs ook om de hals vliegen. Tja, daar kan ik als eenvoudige backpacker natuurlijk niet tegen op… Op een dag word je wakker en dan weet je het: je wordt duikinstructeur ;-).

Foto’s