Fantastisch Fraser Island

4 augustus 2009 - Fraser Island, Australië

Dag 55, zaterdag 1 augustus 2009, Hervey Bay

De rit van 14 uur met de nachtbus pakt niet al te slecht uit. Ik kan redelijk slapen en kom niet al te gebroken aan. Normaal gesproken stap je zo’n lange rit uit de bus om je ski’s onder te binden in de Franse Alpen, maar deze rit heeft mij slechts een plaatsje verder op mijn reisroute naar Hervey Bay gebracht. Na een tukkie in mijn bed in het aangename hostel maak ik een wandeling naar de haven, waar ik mij een kleine lunch laat serveren op het terras. Langs de kust vervolg ik mijn weg door dit behoorlijk uitgestrekte plaatsje. Terug in de gezellige ‘woonkamer’ van het hostel (mét open haard, de avonden zijn hier wat kouder) nuttig ik mijn avondeten en drink ik een biertje met mijn kamergenoten voordat ik op tijd mijn bed in stap.

Dag 56, zondag 2 augustus 2009, Fraser Island

Vanaf de haven is het drie kwartier varen met de veerboot over de Great Sandy Strait naar mijn volgende bestemming. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld. Het eiland is 123 km lang, op het breedste punt 22 km breed en het hoogste punt is 244 meter hoog. Al met al een flinke berg zand dus. Ik heb horen beweren dat hier meer zand ligt dan in de hele Sahara, maar dat moeten we denk ik maar met een korreltje ‘zand’ nemen. Het overgrote deel van het eiland is begroeid met regenwoud. Het landschap heeft wel iets weg van onze eigen beboste duingebieden. Afgezien van de wegen direct rondom Kingfisher Bay, waar we zullen overnachten, zijn alle wegen onverhard en dus eigenlijk gewoon zandpaden. De 4WD truck  weet daar echter wel raad mee.
Als eerste bezoeken we Lake McKenzie, waar het zand zodanig laag ligt dat het zoete grondwater aan de oppervlakte zichtbaar wordt. Het witte zand en helderblauwe water leveren mooie plaatjes op. Het water is, mede door de stevige bries, aan de koude kant, maar desondanks is het lekker om even een paar baantjes te zwemmen. De volgende stop is bij Basin Lake, een perfect rond meertje waar je in een paar minuten omheen loopt. Na de lunch maken we een mooie wandeling door het regenwoud, waar torenhoge bomen worden afgewisseld door tropisch aandoende begroeiing. Nabij Wanggoolba Creek groeien palmbomen die uit de tijd van de dinosaurussen stammen.
Het laatste uurtje daglicht benut ik lezend op de veranda van de Wilderness Lodge, met uitzicht over het regenwoud. Een stukje verder klinkt de muziek van de Dingobar, waar we voor het diner van een eenvoudig maar prima buffet gebruik kunnen maken. We zitten hier met een leuke groep en maken er nog een gezellige avond van totdat het tijd is om onder de wol te kruipen.

Dag 57, maandag 3 augustus 2009, Fraser Island

Wat een prachtig zonnige dag! We mogen absoluut niet klagen als je bedenkt dat het nu hartje ‘winter’ is. Het is een flink stuk hobbelen over de soms diep uitgesleten zandpaden voordat we op het strand aan de oostkant van het eiland uitkomen. De bomen die vlak langs het pad staan laten maar net genoeg ruimte om met de truck tussendoor te rijden. Over Seventy Five Mile Beach rijden we in noordelijke richting. Zo’n beetje halverwege ligt het verroeste scheepswrak van de Maheno, die hier in 1935 in het zand vastliep. Hiervandaan hebben we de mogelijkheid om met een klein 8-persoons vliegtuigje van het strand op te stijgen voor een korte rondvlucht boven het eiland. Dat lijkt mij wel wat en binnen no-time zit ik in de lucht, waarvandaan ik een mooi uitzicht heb op het wrak, de kustlijn en de op reuzebroccoli lijkende begroeiing van het regenwoud (wat ik er allemaal al niet voor over heb om jullie mooie foto’s te presenteren!). Na weer op het strand geland te zijn rijden we verder naar de Champagne Pools, een natuurlijk versie van de jacuzzi, maar dan met (koud) zeewater. Op de weg terug over het strand beklimmen we de enige rotsformatie op het eiland. Vanaf Indian Head heb je een prachtig uitzicht over de kustlijn en onder aan de rotsen in zee zien we roggen en haaien zwemmen. Iets meer in de verte zien we aan de lopende band walvissen fonteinen water spuiten als ze aan de oppervlakte komen om te ademen. De laatste stop voor vandaag is Eli Creek, een lieflijk kreekje met superhelder water dat door het regenwoud een weg naar zee vindt en maar net diep genoeg is om een paar zwemslagen in te maken.  
Onze gids Dave doet dit werk al 18 jaar. Hij kent elke zandkorrel van het eiland en vertelt aan de lopende band mooie verhalen. Zo heeft hij van aangespoeld hout ergens op een verlaten plek een boomhut gebouwd naast de boom waar een zeearend haar nest heeft. Af en toe blijft hij daar slapen en leeft hij van de roggen die hij vangt. Soms gaat hij midden in de nacht met zijn kano naar Lake McKenzie, dat met zijn kristalheldere water een perfecte spiegeling oplevert van de sterrenhemel. Tegelijkertijd zie je in het licht van de maan, door de spiegeling heen, schildpadden in het meer zwemmen, waardoor het lijkt alsof je zelf met je kano en de schildpadden in de ruimte zweeft. Het klinkt heel bijzonder en ik zou het graag zelf hebben beleefd.

Dag 58, dinsdag 4 augustus 2009, Fraser Island

Ook deze ochtend begint met een prachtig blauwe hemel en de zon verdrijft al snel de kou van de nacht. De mensen die de 2-daagse tour hebben geboekt zijn al terug naar het vaste land en de overblijvers, waaronder ik zelf, krijgen nog iets meer van het eiland te zien. Eerst gaan we naar Lake Wabby, met 14 meter het diepste meer van het eiland. Het meertje is ontstaan doordat het water van een kreek niet verder kan stromen door een enorme zandduin. Als wij er aankomen is er verder nog niemand op deze serene plek. Na een paar verfrissende baantjes zwemmen in het koude water geniet ik liggend in het fijne zand van het gezang van de vele vogels die zich in het regenwoud verschuilen. Af en toe wordt de rust onderbroken door een luid krijsend overvliegende kaketoe. Zodra de toeristengroepen (waar ik mijzelf altijd eigenwijs niet toe reken) opdoemen is het tijd om de 3 km lange wandeling naar het strand te maken waar de truck ons opwacht. Na de lunch is het alweer tijd voor de laatste bezienswaardigheid op Fraser Island. Lake Birrabeen heeft veel weg van het eerste meer dat we hebben gezien en voegt wat dat betreft dus niet heel veel toe. In de middag verdwijnt de zon steeds vaker achter de wolken en vind ik het te koud worden om te zwemmen. De dreigende wolken boven het helderblauwe water van het meer levert nog wel een mooie foto op.
Tijdens de drie kwartier varen terug naar het vaste land verdwijnt Fraser Island langzaam uit het zicht. Ik heb een kleine verkoudheid te pakken en breng de avond, terug in het hostel, rustig door. Als ik voor het scheren in de spiegel kijk doe ik een verontrustende ontdekking: ik heb een grijze baardhaar! Waar komt die ineens vandaan? Zelfs het relaxte leven in Australië kan blijkbaar niet voorkomen dat aantasting door de tand des tijds onverbiddelijk door gaat...

Foto’s